Ik zong ook veel achter mijn drumstel, iets dat volgens veel mensen nogal moeilijk moet zijn, echter bij mij gaat het redelijk vanzelf. Samen met Martijn zong ik veel materiaal van The Everly Brothers, hetgeen een beetje onze specialiteit werd. Toen we inmiddels Theo hadden ontmoet, en Cruise Control een feit was, hebben we het Everly repertoire erin gehouden, wat Cruise Control onderscheidt van een aantal andere Rock & Roll-bands, die alleen maar snelle nummers spelen, terwijl een mooie ballad in de fifties ook gewaardeerd werd. Inmiddels spelen we al weer twintig jaar als Cruise Control, waarvan ik zo ongeveer de eerste tien jaar de leadzang voor mijn rekening nam, en ik was dan ook blij dat Petra ons kwam versterken, zodat ik mij weer meer op het drumwerk kon ’storten’. Ik drum al jaren op een zwarte Rogers Big R ’Londoner Five’ uit 1977, en een Beverley jazzdrumkit uit 1961. Ook heb ik samen met Martijn een Ford Thunderbird uit 1960

en een Cadillac Coupe uit 1955,

en tot voor kort een Harley

Davidson 1340 Low Rider uit

1980. Ik woon samen met

Danielle en heb een

tweeling, Thomas en

Jasmijn. Er wordt mij

vaak gezegd: Jij bent

dertig jaar te laat

geboren...

Het lijkt er wel op,

ja... maar ik las

laatst een leuke

quote van

Midas Dekkers,

die zei:



“Gaan jullie maar vast met de tijd mee, ik kom later wel”...


Mijn naam is Jeroen Engelberts, drummer van Cruise Control

en de broer van Martijn. Al in de kinderstoel was ik gek

van auto’s, en toen mijn vader een keer thuis kwam met een

paar oude ruitewissers, kon ik mijn geluk niet op... De hele dag

spelen met die dingen, ook al was het prachtig weer. Toen ik een

jaar of zes washad ik een nieuwe hobby: Wippen! Deze bezigheid was onschuldiger

dan de titel doet vermoeden, ik ging op een fauteuil zitten, mijn moeder zette een plaatje op, en ik ging op het ritme van de muziek in de stoel zitten wippen... Jaaaren volgehouden, totdat ik voor mijn verjaardag een tweedehands gitaar kreeg. Ik had daar echter totaal geen geduld voor en het was mijn vier jaar jongere broertje Martijn die het instrument wèl zag zitten. Ik vond het ritmische gebeuren toch leuker, grabbelde wat van die oude zeeppoederdrums en wat schoenendozen bij elkaar en sloeg daarop een soort van ritme met een paar chinese eetstokjes, zodat Martijn zijn ongeëvenaarde solo’s op twee snaren kon laten klinken. Zo hebben we menigmaal voor vrienden en bekenden van mijn ouders ’opgetreden’.

Een paar jaar later kreeg ik voor mijn verjaardag een echt drumstel. Een oud, bij elkaar gezocht setje, dat Piet Klaassen kwam brengen. Ik zou les nemen bij Piet, kijken of het wel iets voor mij was en het setje dan later weer inruilen voor een duurder drumstel. Van Piet leerde ik in al die jaren les heel all-round drummen, ik moest alles leren, van Zuid Amerikaanse ritmes, (Bayon, Rumba, Samba, Cha cha cha, Tango) tot Engelse walsjes, Pop, Jazz, mèt en zonder brushes, ritmenoten en nog veel meer... Deze veelzijdigheid kwam mij later goed van pas, o.a. in schoolbandjes, en niet in de laatste plaats bij de Jam sessies in de Vluchthaven.

Ik draaide thuis steeds meer plaatjes van mijn ouders en het viel mij op dat dat altijd muziek van vroeger was, Elvis, The Beatles, Bill Haley, The Everly Brothers, maar ook Frank Sinatra, Dean Martin, Big Bands en veel Jazz. Nooit muziek van mijn eigen tijd. Ook was ik hevig geïnteresseerd in oude auto’s, oude motoren, vliegtuigen (de Lockheed Constellation, het enige vliegtuig met de ronde vormen van een vrouw), schepen, ik vond het allemaal mooi. Ik was fan van ’old school’ jazz-drummers, en in het bijzonder van legendes als Buddy Rich, Gene Krupa en hier in Nederland de helaas in 2008 overleden Huub Janssen.

een geweldige drummer (o.a. 25 jaar Dutch Swing College Band) die ik meerdere malen heb mogen ontmoeten. Ook was ik regelmatig te vinden in ’Joseph Lamm’s Jazzclub’ in Amsterdam, waar ik zelfs nog gejammed heb met Mr Max Moszkowicz sr, die niet onverdienstelijk tuba speelde.

Tijdens mijn middelbareschoolperiode heb ik samen met wat schoolvrienden een cabaret georganiseerd op het examen-feest, waarvan ik dan meestal de liedjes schreef, niet altijd zonder de nodige ’lerarenspot’, haha.

Dit soort liedjes zou ik jaren later bij Cruise Control ook

schrijven, waarvan De ’Kukident Boogie’ en de ’Rock & Rollade’ (over een slager die naar het Schlagerfestival ging’) ’wereldberoemd in Badhoevedorp’ zijn. Ook heb ik op mijn zestiende nog een tijdje in een New wave trio gespeeld, genaamd The SerpentZ. Ik speelde in die tijd op een oude Tama Swingstar, die de kleur had van het oude Beatle drumstel van Ringo Starr. Een poging om mijn ’drumkunsten’ te vertonen in een veertig-mans Symphonisch Orkest, is jammerlijk mislukt, omdat ik met de noten mee moest lezen, een tikje op een cymbal moest geven, een kwartier moest wachten, en dan weer een roffel moest geven, hetgeen mij een ‘tikje’ nerveus maakte. Ik hield meer van improviseren, en dan is Jazz, en vooral Rock & Roll de muziek bij uitstek.

Samen met Huub Janssen in 1997

De legendarische Buddy Rich.


 Jeroen‘Brul’
Engelberts